Onderstaand artikel is een samenvatting van de blog van Charles Eaton MD. Lees hier de volledige Engelstalige versie.
Is de ziekte van Dupuytren een zeldzame ziekte? Ja en nee. Een lichte vorm van Dupuytren komt vaak voor, maar de zeer ernstige Dupuytren is zeldzaam. Beide vormen vragen om een eigen behandeling. Voor de ernstige vorm van Dupuytren is er helaas nog geen effectieve langdurige behandeling, maar interessant onderzoek daarnaar loopt.
Wat betekent een “lichte” of “ernstige” vorm van Dupuytren eigenlijk? Mensen beschouwen het vaak als ernstige vorm als er sprake is van een grote kromstand van de vingers. Het klopt dat vingers met een grote kromstand minder goed functioneren en na behandeling lastiger recht worden gemaakt. Toch zijn biologische factoren uiteindelijk van groter belang. Die factoren bepalen of de Dupuytren snel terug zal keren de behandeling, ongeacht hoe krom de vingers staan of welk type behandeling wordt toegepast. Biologisch “ernstige” Dupuytren wordt ook behandelingsresistente Dupuytren genoemd.
Wanneer is er sprake van een ernstige vorm van Dupuytren?
Het verhaal van patiënten met een ernstige vorm van Dupuytren vertoont vaak overeenkomsten:
- de diagnose wordt op jonge leeftijd gesteld;
- heeft een ouder, broer of zus met Dupuytren;
- heeft ook Dupuytren-verschijnselen buiten de handpalm, zoals knuckle pads of Ledderhose.
Dit zijn geen perfecte voorspellers: sommige mensen met de kenmerken hebben een milde of lichte vorm van Dupuytren; bij anderen zonder deze kenmerken is de kans op terugkeer van de aandoening (recidief) hoog. Op dit moment is er geen sluitende manier om te bepalen of iemand een behandelingsresistente vorm van Dupuytren heeft tot na de behandeling. Recidief en vervolgbehandelingen zijn daarmee de echte “elephant in the room”.
Het probleem met vervolgbehandelingen is dat ze steeds minder effectief en tegelijkertijd risicovoller zijn. Een kwart van de mensen die drie Dupuytren-operaties aan dezelfde vinger hebben ondergaan, heeft blijvend chirurgisch letsel als gevolg van de behandelingen.
Dupuytren veelvoorkomend in de milde variant
Dupuytren is een veelvoorkomende ziekte en het treft het tien miljoen Amerikanen en miljoenen meer wereldwijd. De meeste mensen met Dupuytren hebben een milde versie. Ze kunnen een knobbeltje of een lichte kromstand hebben. Ze kunnen de ziekte aan één vinger hebben, een succesvolle behandeling ondergaan en daarna nooit weer een probleem krijgen. 80% van de patiënten met Dupuytren heeft alleen een knobbel in de handpalm of een licht gebogen vinger. Slechts 20% van de patiënten met Dupuytren heeft een kromstand die dusdanig is dat zij voor behandeling in aanmerking komen.
De ernstige vorm van Dupuytren is zeldzaam. Slechts een paar procent van de mensen met Dupuytren – om bij het voorbeeld van Amerika te blijven: een paar honderdduizend Amerikanen – heeft een ernstige behandelingsresistente ziekte.
De behandeling van de ernstige vorm van Dupuytren
Voor ernstige Dupuytren is er eigenlijk dus nog geen langdurig effectieve behandeling.
Een obstakel bij onderzoek naar de behandeling van zeldzame ziekten is dat we onvoldoende weten over de oorzaak, ook al is er duidelijk een genetische oorzaak. Dit geldt voor Dupuytren. Als je op zoek gaat naar de oorzaak van Dupuytren moet er gekeken worden naar immuunmechanismen, ontstekingen, effecten van veroudering, geslacht, letsel, ….
Om meer te weten te komen over de oorzaak is de Dupuytren Research Group van Charles Eaton bezig met het opzetten van de International Dupuytren Data Bank (IDDB). In deze database worden gen- en eiwitgegevens verzameld.
Maar deze database biedt nog een andere kans. Er zijn namelijk nieuwe manieren om te onderzoeken of bestaande medicijnen kunnen werken bij de behandeling van Dupuytren. Dat zit zo.
Elk medicijn heeft een bepaald effect: een bedoeld effect en vaak ook een onbedoeld effect, de bijwerkingen. Maar het kan gebeuren dat wat eerst werd beschouwd als een bijwerking waardevoller blijkt te zijn dan het oorspronkelijke effect. Bijvoorbeeld: aspirine was aanvankelijk een ontstekingsremmend middel maar bleek een uitstekende bloedverdunner te zijn; thalidomide werd van slaappil een medicijn tegen lepra; multipel myeloom en sildenafil ging van bloeddrukmedicijn naar Viagra. Wanneer een bijwerking van een bestaand medicijn wordt toegepast om een andere ziekte te behandelen, wordt dit herbestemming of herpositionering genoemd.
Maar hoe kom je er nu achter welke medicijnen zouden kunnen werken als je nog niet precies weet wat de oorzaak van een ziekte is, zoals bij Dupuytren het geval is? Daarvoor kan gebruikgemaakt worden computeranalyse, waarbij onderzoekers alle gen- en eiwitgerelateerde tests van een ziekte verzamelen, of men nu denkt dat ze direct aan de ziekte bijdragen of niet. Deze data worden gecombineerd met een database van alle bekende effecten van meer dan 13.000 geneesmiddelen – ongeacht of men denkt dat ze werkzaam zouden zijn voor deze ziekte. Daaruit komen dan een aantal matches naar voren die verder onderzocht kunnen worden.
Een voorbeeld van zo’n match is een medicijn dat gebruikt wordt bij de behandeling van reuma: anti-TNF-alpha. In 2019 is in verschillende klinieken in het Verenigd Koninkrijk en in het UMC Groningen een onderzoek gestart naar de werkzaamheid van dit medicijn tegen de ernstige vorm van Dupuytren.
(Vrije vertaling van de blog van Charles Eaton. De laatste alinea is toegevoegd door de stichting Dupuytren Nederland.)